Hoe creëer je draagvlak voor internationalisering en wereldburgerschap? 13 Tips van onze adviseurs.
Alles wat je doet op school staat of valt bij draagvlak. Draagvlak binnen verschillende groepen: het bestuur, de directie, de schoolleiding, docenten én leerlingen. Ook voor een sterk internationaliserings- en wereldburgerschapsprogramma is draagvlak onmisbaar. Hoe kun je hier actief aan werken? Dit zijn de 13 tips van onze adviseurs.
1. Maak het ‘waarom’ duidelijk
Het versterken van wereldburgerschap en internationalisering op school is een ontwikkeling. En bij ontwikkeling is het belangrijk dat iedereen die daarbij betrokken is het waarom goed inziet. Wat is het belang van deze ontwikkeling? Het verandermodel van Knoster (1991) noemt vijf succespunten bij het aangaan van een veranderproces of het inbrengen van nieuwe onderdelen in een organisatie. Deze kun je gebruiken om samen het waarom achter jullie ontwikkeling concreet te maken. De punten:
- Het hebben van een duidelijke visie
- Het benoemen van de urgentie
- Het schrijven van een duidelijk plan
- Het beschikbaar maken van de juiste middelen (tijd/budget/materiaal)
- Het zorgen voor expertise
2. Laat leerlingen aan het woord
Veranderen is soms moeilijk, maar docenten zijn voor leerlingen bereid om die extra stap te zetten. Als leerlingen zelf het nut van wereldburgerschap verwoorden, dan zal een docent dit vaak eerder willen realiseren dan wanneer zijn of haar afdelingsleider dit zegt. En waar de woorden van leerlingen bij docenten de motivatie stimuleren, dragen ze ook bij aan het commitment en eigenaarschap van de leerlingen zelf.
3. Neem angsten en onzekerheden weg
Bij iedere ontwikkeling of verandering komen angsten, onduidelijkheden en onzekerheden om de hoek kijken. Voor een succesvolle ontwikkeling is het van belang deze te erkennen en weg te nemen. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een korte bijeenkomst te organiseren waarin jullie alles wat naar voren komt op dit vlak te noteren op een flipover, zodat iedereen ziet dat het serieus wordt genomen. In een volgende bijeenkomst kom je hier kort op terug en bespreek je de oplossingen die nog niet benoemd zijn. Dat geeft vertrouwen.
4. Benoem de flops en fabs
Naast angsten, onzekerheden en onduidelijkheden, kun je ook iedereen op laten schrijven wanneer het traject een flop (niet gelukt) zou zijn en wanneer juist een fab (geslaagd). Ook hier kun je, wanneer dat relevant is, op terug komen. Zo blijven de betrokkenen zich gehoord voelen.
5. Zorg ervoor dat de schoolleiding het goede voorbeeld geeft
Voor het creëren van draagvlak onder medewerkers is het belangrijk dat de schoolleiding uitstraalt dat zij het als een speerpunt zien. En dat de schoolleiding de collega’s goed faciliteert. Dat betekent dat een werkgroep bijvoorbeeld een vast moment in het rooster moet hebben staan om bij elkaar te komen. Dit voorkomt het gevoel dat het bovenop de lesuren komt. Ook moet het als speerpunt regelmatig op de agenda staan van bijvoorbeeld teamvergaderingen, zodat de hele school wordt meegenomen in het proces.
6. Breng docenten en directie terug naar eigen ervaringen
Welke ervaringen hebben docenten en directieleden zelf met internationalisering en wereldburgerschap? Wat maakten ze mee toen ze zelf leerling waren of zelf op reis gingen? Welke ervaringen hebben het verschil gemaakt en hebben hun blik verruimd? Juist eigen ervaringen kunnen een sterke basis vormen voor draagvlak op deze thema’s.
7. Benoem ambassadeurs
Zijn er mensen binnen de school die extra bevlogen zijn over internationalisering en wereldburgerschap? En net een stapje meer willen doen op deze thema’s? Zet ze in als ambassadeur. Ambassadeurs kunnen bijvoorbeeld een presentatie of bijeenkomst leiden op een studie- of personeelsdag, onderdeel uitmaken van een werkgroep of af en toe een stukje schrijven voor een interne nieuwsbrief.
8. Haal inspiratie op bij andere scholen
Het horen van succeservaringen van andere scholen werkt vaak motiverend en activerend. Wissel ervaringen, tips, ideeen, resultaten en vooral verhalen uit met collegascholen, -werkgroepen en -coördinatoren. Wat leren de leerlingen? Hoe maken ze verbinding met elkaar, met mensen uit andere culturen of met zichzelf wanneer ze een nieuw (intercultureel) inzicht opdoen?
9. Ga voor kleine en haalbare stappen
Alles in een keer op de schop gooien is zelden succesvol. Bij het overgrote deel van de scholen begint verandering bij kleine, overzichtelijke stappen. Maar zorg er dan wel voor dat je die kleine stappen overtuigend en goed uitvoert. Maak een implementatieplan met korte haalbare doelen en lange termijn plannen. Het laatste wat je wil is dat iedereen het gevoel heeft dat er een Himalaya voor ze ligt aan werk en taken. Tenzij die Himalaya natuurlijk bovenaan ieders bucketlist staat.
10. Ben concreet en houd overzicht
Tijdens het hele proces is het belangrijk om concreet te blijven en overzicht te houden. Noteer de punten die worden genoemd en maak actiepunten aan voor de volgende sessie. Zorg ervoor dat het onderwerp ook tussen de sessies en activiteiten door blijft leven.
11. Werk actief aan de energie en flow
Een positieve energie en fijne flow komt ieder proces ten goede. Hoe je dit kunt stimuleren? Vraag bijvoorbeeld eens waarom docenten voor de klas staan, hoe zij het verschil maken. Wat zij leerlingen willen meegeven voor de toekomst. Bevestig ze daarnaast ook in wat ze al doen en de resultaten die ze daarmee bereiken. Geef aan dat dit proces er niet is om dat overboord te gooien, maar juist te versterken en te integreren in een leerlijn.
12. Vier je successen!
Het is inmiddels een cliché-zin geworden, maar daarom niet minder waar: vier je successen. Vaak zijn er hele grote ambities en dan lijkt het alsof je pas tevreden mag zijn als die hele droom is gerealiseerd. Maar het finaliseren van die eerste rubric, of die eerste collega die enthousiast wordt van een nieuw idee: het is allemaal belangrijk. En hoe kleiner je de stappen maakt (zie tip 9!), hoe vaker je succes kan vieren. Extra tip: vier de successen door ze zichtbaar te maken in én buiten de school. Betrek bijvoorbeeld het lokale en regionale nieuws bij een behaald resultaat, vertel erover in nieuwsbrieven of op studiedagen en maak het zichtbaar voor ouders en op open dagen.
13. Zorg voor ‘food for thought’. Letterlijk!
Tot slot: een lekkere borrelplank tijdens een gefaciliteerd overleg wil ook weleens helpen als je mensen enthousiast wilt krijgen. Wil je het iets spannender maken dan een kaasje en worst en gelijk bij het thema van het overleg aansluiten? Maak dan een plank met hapjes uit verschillende landen en continenten. Een uitstapje naar de toko is toch bepaald geen straf?
Bovenstaande tips zijn tips uit de praktijk van onze adviseurs Haitske, Margriet, Maaike Eliza en Minke, en komen tijdens het adviestraject ‘Leerlijn internationalisering en (wereld)burgerschap‘ aan de orde.