Vrijheid ‘om’ of vrijheid ‘van’?

Denken over vrijheid kan vanuit verschillende perspectieven. In het begin van de maand mei staan we in Nederland stil bij vrijheid in de context van oorlog, bevrijding, onvrij zijn en vrijheid in termen van politiek. Ook vragen we elkaar dan vaak: wat betekent vrijheid voor jou? Die laatste, de persoonlijke beleving van vrijheid en de rol van je achtergrond daarbinnen, dat is de vorm van vrijheid die we als Globi graag onderzoeken en bespreken in het kader van burgerschapsonderwijs. Zo ook in dit artikel. Lees en denk je mee?

Wat betekent vrijheid voor jou? 

Heb je je leerlingen of studenten wel eens gevraagd wat vrijheid voor hen betekent? En wat antwoord jij op die vraag als je hem jezelf stelt? Vaak bevat het antwoord een uitspraak die gaat over een gevoel van onafhankelijkheid. Over kunnen doen en zeggen wat je zelf wilt zonder dat anderen je beperkingen opleggen. Zolang je je niet hoeft te committeren voel je je vrij, zo zijn velen in onze maatschappij van mening. 

Maakt vrijheid altijd gelukkig? 

Die kijk op vrijheid kan ervoor zorgen dat we verbinding uit de weg gaan, zo schrijft filosoof Lammert Kamphuis in het boek ‘Filosofie voor een weergaloos leven’. En dat we niet meer kunnen kiezen, terwijl we meer keuze hebben dan ooit. Kamphuis: ‘We hebben en willen veel keuze opties, maar precies die hoeveelheid aan opties geeft onrust en zorgt ervoor dat we niet kunnen kiezen.’ Toch willen we deze opties, omdat ze ons gevoel van vrijheid vergroten. Kamphuis: “Zolang we niet kiezen, leggen we ons niet vast en daarmee wordt onze vrijheid vergroot.” Maar het niet maken van verbinding en je niet kunnen committeren kan juist leiden tot angst, stress en depressie.

Positieve of negatieve vrijheid? 

Lammert laat zien dat de filosofie, in het kader van vrijheid, onderscheid maakt tussen negatieve en positieve vrijheid. De kijk op vrijheid die we in de alinea hierboven bespreken gaat over negatieve vrijheid: vrijheid die uitsluitend gaat over onafhankelijkheid en afwezigheid van inmenging. Daar tegenover staat positieve vrijheid: de vrijheid die ontstaat als je ergens voor kiest en je daaraan committeert. De vrijheid die ontstaat juist wanneer je jezelf beperkt.  

Vrij zijn van of vrij zijn om ? 

Deze verschillende houdingen ten opzichte van vrijheid kun je duidelijk terug zien in de Nederlandse taal. Let maar op: als we praten over ‘vrij zijn van’ dan gaat het over negatieve vrijheid, over de afwezigheid van bemoeienis. De zegswijze ‘vrij zijn om’ gaat juist over positieve vrijheid, de vrijheid om dingen te doen, zoals naar school te gaan om jezelf te ontwikkelen. Een kleine oefening: hoe zou jij deze twee stellingen afmaken voor jezelf, wat zou je benoemen? 

  • Ik voel me vrij als ik vrij ben van …  
  • Ik voel me vrij als ik vrij ben om …. 

Als je deze twee stellingen en je antwoorden erop met elkaar vergelijkt: is er dan eentje waarbij je je meer thuis voelt, die het beste bij je past? 

Welke begrenzing brengt jou vrijheid? 

Dat verbinding, commitment en beperking juist ook voor vrijheid kunnen zorgen, is geen gangbare gedachte in onze samenleving. Het is daarom interessant om, met collega’s, studenten en leerlingen, deze twee mooie en eigentijdse voorbeelden van Kamphuis te bespreken: 

  • De populariteit van festivals is te verklaren vanuit het verlangen naar vrijheid, maar dat is opvallend omdat de ruimte op festivals begrensd is, je afhankelijk bent van je opladen en de keuzes in wat je doet beperkter zijn dat wanneer je niet zou gaan. Toch voelen veel festivalgangers zich er vrijer dan in hun dagelijkse leven. 
  • Een student die vertelt jarenlang geen relaties te hebben willen aangaan, om zijn vrijheid te behouden, maar uiteindelijk een relatie aanging en zich vanaf dat moment vrijer voelde dan ooit. 

Begrenzingen en regels hoeven je gevoel van vrijheid dus niet in te perken, zo laten deze voorbeelden zien. Nu aan jou de vraag: welke begrenzing brengt jou vrijheid? En welke keuze kun jij nu maken om je vrijer te voelen? 

De invloed van culturele context op de beleving van vrijheid? 

De in Nederland veel voorkomende manier van denken over vrijheid, de negatieve vrijheid, is niet uit het niets ontstaan. Het heeft te maken met de geschiedenis van West-Europa en de Verlichting: de tijd waarin we ons hebben losgemaakt van systemen die voor ons bepaalden hoe we moesten denken en leven en men het tijd vond voor zichzelf te gaan denken. Dat idee werkt nog steeds door in de Nederlandse vrijheid en laat zien dat we een waarde als vrijheid ook niet los kunnen zien van de culturele context waarin zij wordt beleefd. Oftewel: hoe je over vrijheid denkt, wordt mede bepaald door de culturele context waarin je leeft. Zou je opvatting over vrijheid anders zijn wanneer je bijvoorbeeld opgroeit binnen een sterk collectivistische cultuur, of in een cultuur waarin man-vrouw rollen traditioneel gedefinieerd worden? 

Weten dat jouw opvatting over vrijheid niet losstaat van de omgeving waarin je bent opgegroeid, maakt ook dat je onderzoekend kan kijken naar perspectieven op vrijheid uit andere culturen. 

Vrijheid is een belangrijke basiswaarde van de Nederlandse samenleving en daarmee een belangrijk onderwerp in burgerschapsonderwijs. Op onze Studiedag Boost voor Burgerschap is vrijheid een van de centrale thema’s die we onderzoeken met docenten én leerlingen.