Uitgelicht: nieuwe projectlijn KUNST van SinoTalent
Ken je SinoTalent al, ons netwerk van Nederlandse en Chinese scholen? We hebben het in 2020 opgericht, het jaar waarin reizen tussen China en Nederland niet meer mogelijk was. De animo voor deelname aan de digitale uitwisselingen van SinoTalent is groot. Daarom besloten we het programma uit te breiden met een nieuwe projectlijn: kunst. In dit blog vertelt Aholi, die het programma voor Globi ontwikkeld heeft, over de inhoud van de projectlijn en wat leerlingen ervan leren. Aholi volgt naast zijn werk voor Globi ook de onderzoeksmaster Asian studies en geeft les aan de Universiteit Leiden.
Vertel: wat was je opdracht en hoe heb je het aangepakt?
“Toen ik aan de ontwikkeling van het programma begon bestond er al het idee om de geschiedenis van en relatie tussen Chinees porselein en Delfts Blauw als onderwerp te nemen. Om te beginnen ben ik boeken en artikelen gaan lezen over de gezamenlijke geschiedenis van Nederland en China op het gebied van kunst en handelsrelaties. En vanuit die geschiedenis heb ik in het programma een brug geslagen naar het heden.”
Hoe bedoel je dat: een brug tussen het verleden en heden?
“Een voorbeeld: vandaag de dag kijken veel mensen naar China als het land dat anderen kopieert. Maar als je de geschiedenis van Chinees porselein en Delfts Blauw bestudeert, dan leer je dat Delfts blauw is voortgekomen uit Chinees porselein, uit imitaties en interpretaties van Chinees porselein. Je leert over culturele elementen die met elkaar in contact komen en waaruit mooie, nieuwe dingen ontstaan. Ik vind het belangrijk om leerlingen hierover kritisch te laten nadenken. En dan bedoel ik niet of iets goed of fout is, wat vaak de discussie is als we het hebben over culturele toe-eigening, maar om ze te laten nadenken over hoe zoiets ontstaat. Dat betekent overigens niet dat we oordeelsvorming willen vermijden of niet belangrijk vinden, maar we willen laten zien dat het naast elkaar kan bestaan.”
Wat vind je nog meer belangrijk dat leerlingen leren in deze projectlijn?
“Ik wil leerlingen laten zien dat cultuur een rol speelt in hoe je naar dingen kijkt. Dat cultuur een soort bril is waardoor je de dingen ziet en op een bepaalde manier interpreteert. Bijvoorbeeld een bril waarmee je sommige kleuren ziet en andere niet, denk aan de taxonomie van kleuren. Maar je weet niet welke kleuren je niet ziet. Dat merk je pas als je een andere bril, een ander cultureel perspectief, opzet. En wij willen leerlingen die andere bril aanreiken, in het kader van wereldburgerschap is dat belangrijk.”
Kun je dat concreet uitleggen aan de hand van het thema kunst?
“Ook als je naar kunst kijkt, heb je je culturele bril op. Zo zijn de waarden en normen over bijvoorbeeld ordelijkheid, symmetrie en decoratie in China anders dan in Nederland, dat laten we ook met veel voorbeelden en plaatjes zien. In Nederland, of beter gezegd in Europa, kijken we vanuit een bepaalde bril naar dingen. Dat noemen we eurocentrisme. En met behulp van dit concrete thema, de geschiedenis tussen Chinees Porselein en Delfts Blauw, willen we laten zien dat die Europese bril niet de enige bril is die er is. En dat je op andere manieren naar hetzelfde kunt kijken.”
Je sprak net over imitatie en interpretatie. In de projectlijn leren leerlingen ook over de imitatie en interpretatie van Chinese karakters.
“Klopt. Toen Nederlanders het Chinees porselein gingen imiteren, namen ze ook de Chinese karakters over. Dat is opmerkelijk, want begrijpen deden ze de karakters niet. Decennia lang werd er in de wetenschap naar deze imitaties gekeken als ‘gebrabbel’. Maar daarin vindt sinds ongeveer 2010 een omslag in benadering plaats. Nu denkt men: blijkbaar vonden ze de karakters, zonder de betekenis te kennen, betekenisvol genoeg om te imiteren. En is er dus meer aandacht voor de esthetische waarde van de karakters en het imitatieschrift dat ontstaan is.”
Zo te horen gaan de leerlingen behoorlijk de diepte in om hun culturele perspectief te onderzoeken!
“Jazeker. De uitwisseling draait in essentie om het contact tussen de Nederlandse en Chinese leerlingen, maar onder deze ‘kunstparaplu’ gaat dat contact de diepte in. Leerlingen leren dat je op andere manier naar dingen kunt kijken en dat je andere meningen kunt hebben. En vooral ook over hoe die andere manier van kijken ontstaat, welke geschiedenis daarachter ligt. Het maakt veel uit in welke maatschappij je opgroeit. Denk aan het bekende voorbeeld over het eten van honden: in Nederland, heel Europa, keuren we het af dat sommige Chinezen dat doen. Maar waarin is het eten van hond eigenlijk anders dat bijvoorbeeld het eten van varken? Het verschil zit ‘m in hoe we in Europa tegen een hond en een varken aankijken. En die blik, of die bril, is in veel andere delen van de wereld anders. Daarnaast is het ook een privilege om dit te kunnen afkeuren: dat betekent dat je een keuze hebt in wat je eet en die keuze heeft lang niet iedereen. Maar waar het me omgaat: laten we elkaar wat minder les lezen, en ons wat meer verdiepen in elkaar. Begrip hebben voor elkaar is een belangrijke interculturele vaardigheid in deze projectlijn. Je kunt niet vermijden dat je in een bubbel leeft, dat je in een bubbel leeft is een gegeven. Maar je kunt je bubbel wel groter maken.
Neem contact op met ons (info@globi.nl) als je specifieke vragen hebt over de nieuwe projectlijn ‘Kunst’.