“Leerlingen zien in: we zijn niet zo verschillend van elkaar”

“Wat leerlingen van het Wereldfestival leren? Dat kinderen, ook al wonen ze aan de andere kant van de wereld, helemaal niet zoveel verschillen van elkaar’ aldus Kelly Romijn, coördinator Internationalisering op Visser ‘t Hooft Lyceum, locatie Kagerstraat in Leiden. “Maar ook dat een schooldag er aan de andere kant van de wereld wel heel anders uit kan zien.” Globi’s wereldfestival is een evenement voor het voortgezet onderwijs waarin leerlingen gestimuleerd worden op allerlei manieren met cultuur bezig te zijn. Lees mee over de ervaringen van de leerlingen en de docenten van het Visser ‘t Hooft Lyceum. 

Hoe wist je van Globi’s wereldfestival? 

Kelly Romijn: “Dat is een grappig verhaal. Toen in tijden van corona onze internationale stage niet door kon gaan voor de voorexamenklassen, hebben we het eerste jaar zelf een programma in elkaar gezet. Dat lukte, maar het was veel werk en nog niet zo leuk als dat we het wilden hebben voor leerlingen. Het jaar daarna zochten we dus een andere oplossing. Toen zagen we bij Globi een inspiratiedag voorbij komen over internationalisering en wilden we onze leerlingen daarvoor inschrijven. Maar toen werden we gebeld door Globi dat deze dag voor leerkrachten en onderwijspersoneel is in plaats van voor leerlingen. In dat gesprek werd ons verteld dat Globi wel ook een evenement heeft voor leerlingen: het Wereldfestival. En zo zijn we bij dit evenement uitgekomen.”

Wat waren voor jullie de belangrijkste redenen om een wereldfestival op school te houden?

Kelly Romijn: “We zochten dus een oplossing voor het wegvallen van die internationale stage. We waren op zoek naar een activiteit waarin leerlingen ondergedompeld zouden worden in andere culturen, die aandacht zou schenken aan verschillende kanten van wereldburgerschap en die leerlingen uit hun comfort zone zou halen. Het festival had bijvoorbeeld ook workshops Kung Fu en Bollywood Dance. De leerlingen vonden het zo ontzettend leuk! Het zijn leerlingen die in de puberteit zitten, die in eerste instantie niet erg staan te springen om mee te doen. Maar ze deden heel erg leuk mee. Er waren ook leerlingen die zeiden: “Ik ga kijken of ik dit in de buurt ook kan vinden, ik wil het vaker doen.” De film, waarin thema’s als vrede en conflict en mensenrechten werden aangestipt, werd ook goed ontvangen door de leerlingen.”

Hoe heb je als coördinator de dag ervaren? En hoe vonden andere docenten het? 

Kelly Romijn: “De docenten vonden het erg fijn dat ze zelf puur een begeleidende rol hadden en het programma door een externe partij werd gedraaid. Het was goed voorbereid en duidelijk wat er van ons als school werd verwacht. Wat we ook mooi vonden: het wereldfestival is eigenlijk een soort tussenoplossing. Het zijn geen gewone lessen, maar het is ook geen excursie buiten de school. Doordat je in de eigen leeromgeving blijft dwalen leerlingen minder snel af. Die voelen op school goed dat ze er zijn om te leren, dat is bij een excursie nog wel eens anders. Tegelijkertijd was dit natuurlijk veel leuker dan een reguliere les, de drie dagen vlogen voorbij. De digitale dropping en het Globi-Trotterspel vonden de leerlingen ook erg leuk om te doen. “

In het programma zat ook een digitale uitwisseling met India. Hoe ging dat? 

Kelly: “Ook dat was erg leuk. Deze vond plaats op de tweede dag van het festival. Op de eerste dag bereidden de leerlingen dit voor. Ze moesten een voorwerp uitzoeken dat verbonden is aan de Nederlandse cultuur en tegelijkertijd iets vertelt over henzelf. Ook kregen ze de opdracht vragen voor te bereiden en na te denken over wat ze over henzelf wilden vertellen. Ze vonden het behoorlijk eng en zagen er best wel tegenop. Moeten we dit echt doen? Mogen we niet achterin de klas meekijken? Maar toen het begin was gemaakt werden ze hartstikke enthousiast. Op een gegeven moment gingen ze uit eigen beweging met de laptop een rondje door de school lopen, om de Indiase leerlingen een digitale rondleiding te geven.”

Wat is het belangrijkste dat leerlingen ervan geleerd hebben?

Kelly Romijn: “Dat kinderen helemaal niet zoveel verschillen van elkaar. Dat je met leerlingen aan de andere kant van de wereld op dezelfde manier kunt praten als met je vrienden. En dat een schoolsysteem er ook heel anders uit kan zien en een schooldag heel anders kan verlopen. Maar ook dat verbinding heel snel is gemaakt: bij de online uitwisseling had je in het begin natuurlijk ‘de Nederlandse leerlingen’ en de ‘Indiase leerlingen’, maar al heel snel hadden de leerlingen het over ‘ons groepje’ (gemengd). En over ‘wij’, waarmee ze hun groepje met Nederlandse en Indiase leerlingen bedoelden. 

Zou je het Wereldfestival ook andere scholen aanraden?

Kelly Romijn: “Jazeker. Met een programma als dit haal je de leerlingen uit hun comfort zone en maken ze spelenderwijs kennis met verschillende facetten van wereldburgerschap. Voor de leerkrachten is het programma laagdrempelig. Iedereen wordt gedetailleerd en volledig geïnformeerd en op een betrokken manier ondersteund. Daarbij heb je ook een hoop keuzevrijheid in de onderdelen die je in het wereldfestival wilt terug laten komen. En wat ik al zei: leerlingen vinden het fantastisch. We gaan de internationale stage van voor corona weer organiseren, maar behouden ook het wereldfestival. We gaan kijken we het niet alleen in ons tto–onderwijs, maar ook in het reguliere onderwijs kunnen integreren.”

Momenteel plannen we alle wereldfestivals voor het jaar 2023 in. Willen jullie ook in 2023 een wereldfestival organiseren? Plan nu een afspraak in met de Danny Nobel om de mogelijkheden te bespreken.