Hoe het Oosten (anders) denkt

Sem Huizer woont al vijf jaar in Hongkong en leert daar elke dag over hoe de Hongkongers tegen de wereld aan kijken. In dit blog neemt hij ons mee in de verschillen in denken tussen het Westelijke en Oostelijke deel van onze aardkloot. 

Kunnen tegenstrijdigheden naast elkaar bestaan?

In Oost-Azië lijkt de religieuze situatie voor ons erg verwarrend. Iemand kan namelijk tegelijkertijd een Boeddhist, Confucianist en een Daoist zijn en daarnaast ook nog een lokale religie aanhangen. Er waren veel conflicten in de geschiedenis van het Oosten, maar die gingen veel minder over religie dan in het Westen. Het verschil tussen de Westerse en Aziatische manier van denken is dat in de Aziatische manier tegenstrijdigheden goed mogelijk zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de officiële staatsideologie van China: ‘Socialisme met Chinese karakteristieken’. Onder het mom van deze ideologie werd onder Deng Xiao Ping het land veel vrijer en opener gemaakt, maar in naam is het nog steeds communistisch. Ook de situatie van Taiwan is een goed voorbeeld. Er is een Één-Chinabeleid: beide partijen erkennen dat er één China is, maar hebben een andere interpretatie van wat dat ene China precies inhoudt. Voor het vaste land is het de Volksrepubliek China en voor Taiwan de Republiek China. In de praktijk functioneert Taiwan hierdoor als een onafhankelijke staat.

Confucius
Aristoteles

Terug in de tijd: de oude Grieken en Chinezen

De voorbeelden hierboven laten een typische Aziatische manier zien om alle partijen tevreden te houden: het bestaan van meerdere waarheden. Dat is in het Westerse denken onmogelijk. Doordat Oost-Azië zich in de geschiedenis anders ontwikkeld heeft dan het Westen, kijken de mensen er anders naar de wereld. Het verbouwen van rijst ontwikkelde zich vrij vroeg in het oude China en dat zorgde ervoor dat er een hoge bevolkingsdichtheid ontstond. De oude Chinezen leefden dus dicht op elkaar en moesten goed samenwerken om het land te verbouwen. Harmonie bewaren en conflicten vermijden waren hierdoor erg belangrijk. Confucius leefde 2500 jaar geleden en is de belangrijkste Oosterse filosoof. Hij bekommerde zich vooral over hoe men goede relaties met anderen kon onderhouden en harmonie kon bewaren. Ons Westerse denken is voornamelijk gebaseerd op dat van de oude Grieken. Hun samenleving was meer gebaseerd op handel en de Grieken hadden veel te maken met andere volkeren. Ze hoefden veel minder met anderen rekening te houden en ze kwamen door de handel gemakkelijk in aanraking met volken die anders dachten. Hierdoor ontstond een debatcultuur. Denk aan de oude Griekse filosofen, waarin individuen door middel van discussie op zoek gingen naar de waarheid.

Identiteit: Who am I?*

De Aziatische manier van denken heeft een grote invloed op hoe Aziaten naar zichzelf kijken. Wij kijken vooral naar individuele kenmerken om onszelf te omschrijven: naam, leeftijd, interesses, beroep etcetera. Voor Oosterlingen is de relatie die men ten opzichte van iemand anders heeft het belangrijkste. Iemand is ‘de zoon van meneer Wang’, de ‘vrouw van meneer Tanaka’ of de ‘leerling van leraar Pak’. Bij elke relatie, ouders-kinderen, man-vrouw, leraar-leerling, horen bepaalde rollen. Bijvoorbeeld: kinderen behoren hun ouders te gehoorzamen en ouders behoren goed voor hun kinderen te zorgen. Naast relaties is het behoren tot een bepaalde groep erg belangrijk. Iemand uit het oosten ziet zich niet als losstaand individu, maar veel meer als onderdeel van een groep. Denk hierbij aan het stereotype Japanse bedrijf waar de werknemers in de ochtend verplicht samen lichaamsoefeningen doen en in de avond verplicht samen uitgaan. Naast het bedrijf is ook de familie, de school en de natie een belangrijke groep waar je toe behoort. Binnen de groep is er veel solidariteit, maar er is weinig compassie met mensen van buiten de groep. Buiten de groep vallen is het ergste wat een Aziaat kan overkomen.

Alles is verbonden en verandert constant

Westerlingen zien losstaande objecten met bepaalde kenmerken als ze naar de wereld kijken. Oost-Aziaten zien eerder objecten die verbonden zijn en zich in een bepaalde context bevinden. Laat je Aziaten een tekening van een aquarium zien, dan onthouden ze veel omgevingsdetails. Mensen uit het Westen focussen veel meer op de vissen en hun kenmerken op de voorgrond. Aziatische kinderen zullen eerder een koe en gras met elkaar verbinden: een koe eet immers gras. Zij kijken vooral naar de relatie tussen twee objecten. Westerse kinderen kijken meer naar de kenmerken van de objecten en associëren de koe met de kip: het zijn beide dieren. Dit verschil komt zelfs in de taal tot uitdrukking. Aziaten leren werkwoorden sneller dan zelfstandige naamwoorden. Werkwoorden geven namelijk een relatie weer. In het Japans en Koreaans wordt vaak het onderwerp weggelaten. ‘Sushi-o tabemasu’ betekent ‘eet sushi’ in het Japans, maar uit de context van het gesprek moet blijken wie er sushi eet. Tenslotte zien Oosterlingen de wereld constant veranderen,  maar niet in een rechte lijn en hij zal altijd weer terug gaan naar een voorgaand stadium. Westerlingen denken veel meer rechtlijnig. Of de wereld verandert niet, dat dachten de oude Grieken, of hij beweegt zich constant in dezelfde richting. Aziaten zijn daarom veel meer geneigd om een trend, bijvoorbeeld economische groei of zakelijk succes, te zien omkeren.

Het onbegrijpelijke begrijpen

Door dit verschil in denken is het moeilijk voor Westerlingen om Aziaten en Azië te begrijpen. Soms is iemand ineens verdwenen, hoewel hij vorige week nog zei graag te willen afspreken. Soms is het moeilijk om een plek te kiezen om met een groep te eten, omdat niemand direct zijn voorkeur aangeeft. In beide gevallen wil iemand door indirecte communicatie de harmonie bewaren. ‘Tian Mi Mi’, ‘Chunking Express’ en ‘Farewell my Concubine’  zijn filmklassiekers in het Oosten, maar zijn vanwege de indirectheid en complexiteit van het verhaal moeilijk voor Westerlingen. Zelfs na de globalisatie van de afgelopen decennia zijn deze verschillen er nog steeds. Oost-Aziaten dragen nu westerse kleding, eten Westers eten en kijken naar Westerse films, maar hun denkpatronen zijn nog steeds anders dan de onze. Deze verschillen lijken onoverkomelijk, maar door je hiervan bewust te worden is het goed mogelijk om Aziaten (beter) te begrijpen. Wil je meer weten?  Het boek ‘The Geography of Thought’ van de Amerikaanse sociaal-psycholoog Richard Nisbett is een echte aanrader. Een groot gedeelte van dit artikel is hierop gebaseerd. 

*Dit is de titel van een film van de Hongkongse Kungfu-acteur Jacky Chan, die zich gedeeltelijk in Rotterdam afspeelt.

Dit blog is geschreven door Sem Huizer: educatie consultant bij AE Global Education en een van de partners waarmee we de uitwisselingen naar Hongkong mogelijk maken. Sem woont sinds vijf jaar in Hongkong woont, dwarrelt graag door de straten daar op zoek naar interculturele avonturen.